Nederlandse betrokkenheid bij de Europese Zuidelijke Sterrenwacht


Het actieve sterrenstelsel Messier 77, met zijn door een dikke ring omgeven superzware zwarte gat. (Credit: ESO/Jaffe, Gámez-Rosas et al.)

Nederland is een van de vijf stichtende leden van ESO die hebben deelgenomen aan de ondertekening van het ESO-verdrag op 5 oktober 1962. Het werd officieel lid op 17 januari 1964. Als stichtend lid heeft de Nederlandse gemeenschap van wetenschappers en ingenieurs op tal van manieren wezenlijk bijgedragen aan ESO-projecten – van het deelnemen aan wetenschappelijke ontdekkingen tot het bijdragen aan de ontwikkeling van instrumenten en telescopen.

Nederland draagt voor 5,01% bij aan de inkomsten van ESO (bijdrage 2021), wat overeenkomt met 9.621.000 euro.

Medio 2022 zijn er veertien Nederlanders werkzaam bij ESO – elf in Duitsland en drie in Chili. Verder heeft ESO sinds 2004 twaalf studiebeurzen en zeven fellowships toegekend aan Nederlanders.

Nederland wordt in de verschillende bestuurs- en adviesorganen van ESO vertegenwoordigd door sterrenkundigen en beleidsexperts; de huidige Nederlandse vertegenwoordigers in de verschillende commissies van ESO met nationale vertegenwoordiging vindt u hier

Het ESO Science Outreach Network (ESON) omvat Nederlandse vertegenwoordigers die voor ESO optreden als lokale media en outreach contacten.

Hieronder volgt enige informatie over de Nederlandse betrokkenheid bij ESO.

Ontdekkingen door in Nederland werkende astronomen met hulp van ESO-telescopen

Nederlandse onderzoekers en onderzoekers van Nederlandse instellingen zijn betrokken geweest bij belangrijke ontdekkingen met behulp van ESO-faciliteiten. Het gaat onder andere om:

  • Masterstudent Nashanty Brunken van de Universiteit Leiden, die samen met andere Leidse onderzoekers met behulp van ALMA, het grootste molecuul ontdekte dat ooit in een planeetvormende schijf is aangetroffen. Het molecuul, dimethylether, geldt als voorloper van grotere organische moleculen die tot het ontstaan van leven kunnen leiden.
  • Een team van astronomen onder leiding van Violeta Gámez Rosas van de Universiteit Leiden heeft met behulp van het MATISSE-instrument van ESO’s Very Large Telescope Interferometer (VLTI) een ring van kosmisch stof en gas waargenomen die een superzwaar zwart gat in het sterrenstelsel Messier 77 verbergt. Deze ontdekking leverde cruciaal bewijs voor een dertig jaar oude theorie die bekendstaat als het Unified Model of Active Galactic Nuclei.
  • De allereerste directe afbeelding ooit van een meervoudig planetenstelsel rond een zonachtige ster, dat werd waargenomen met het SPHERE-instrument van de  Very Large Telescope (VLT) van ESO. De ontdekking, gedaan door Alexander Bohn van de Universiteit Leiden en collega's, kan nieuw inzicht geven in hoe ons eigen zonnestelsel is ontstaan.
  • In 2018 legde de VLT van ESO details vast van een complex stelsel van drie sterren, dat zijn kronkelige vorm dankt aan botsende sterrenwinden. ‘Dit is het eerste stelsel in zijn soort dat we in onze eigen Melkweg hebben ontdekt’, aldus Joseph Callingham van het Nederlands instituut voor radioastronomie (ASTRON), hoofdauteur van het onderzoeksverslag waarin de ontdekking van dit stelsel wordt gemeld, in het ESO-persbericht over de ontdekking. ’We hadden nooit verwacht dat we zo’n stelsel in onze eigen achtertuin zouden aantreffen.’

Nederlandse betrokkenheid bij ESO-instrumenten en telescopen op ESO-locaties

Nederland heeft bijgedragen aan vele aspecten van ESO, waaronder de technologie achter instrumenten, ESO-telescopen en telescopen op ESO-locaties.
Het gaat onder meer om:

  • MASCARA (the Multi-site All-Sky CAmeRA), gebouwd en geëxplotieerd door de Universiteit Leiden, een instrument voor planeetjacht dat uit twee afzonderlijke stations bestaat – één op elk halfrond. Het zuidelijke station maakt gebruik van de uitstekende waarnemingsomstandigheden bij de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili.
  • De OmegaCAM is gekoppeld aan de VLT Survey Telescope (VST), die is ondergebracht bij de ESO-sterrenwacht op Paranal. Hij bestaat uit een mozaïek van 32 afzonderlijke CCD’s en is gespecialiseerd in het snel en nauwkeurig in kaart brengen van de hemel. OmegaCAM is gebouwd door een groot consortium van instituten in Duitsland, Italië, ESO en Nederland (NOVA, Rijksuniversiteit Groningen en OmegaCEN).
  • BlackGEM, een wide-field array van optische telescopen die bronnen van zwaartekrachtgolven zullen waarnemen. Hij bestaat uit drie telescopen, maar dat moeten er uiteindelijk vijftien worden. BlackGEM is gezamenlijk ontwikkeld door de Radboud Universiteit, NOVA en de KU Leuven (België). De grotendeels autonoom werkende array staat op La Silla en wordt op afstand bestuurd vanuit de Radboud Universiteit.
  • De komende 4MOST-spectrograaf voor de VISTA-telescoop op Paranal, die wordt ontwikkeld door een consortium waarbij Nederland betrokken is via NOVA, Universiteit Leiden, ASTRON en de Rijksuniversiteit Groningen.  
  • Diverse VLT-instrumenten zijn ontwikkeld door consortia met Nederlandse leden. Het betreft onder andere MUSE (Universiteit Leiden), SINFONI (NOVA, ASTRON), SPHERE (Universiteit van Amsterdam, NOVA, ASTRON) en X-shooter (Universiteit van Amsterdam, ASTRON).
  • Via SRON heeft Nederland bijgedragen aan vele instrumenten voor de APEX-telescoop, zoals CHAMP en FLASH.
  • De Nederlandse 0,9-meter telescoop, die tussen 1979 en 2006 op La Silla stond opgesteld, heeft bijgedragen aan verschillende ontdekkingen.
  • De ontwikkeling van verschillende ALMA-ontvangers, voor ALMA’s band 2, 5 en 9, waaraan Nederland heeft bijgedragen via NOVA.

Nederlandse betrokkenheid bij ELT-instrumenten

  • De ontwikkeling van METIS, de Mid-infrared ELT Imager and Spectrograph voor ESO’s toekomstige Extremely Large Telescope (ELT), wordt geleid door NOVA. Met deze krachtige spectrograaf kan een breed scala aan astrofysische verschijnselen worden bestudeerd – van de atmosferen van exoplaneten tot verre en actieve sterrenstelsels.
  • Nederland is via NOVA ook betrokken bij de ontwikkeling van de ELT-instrumenten MICADO en MOSAIC.

Bijdragen van de Nederlandse industrie en technologie aan ESO

Nederland heeft bijgedragen aan vele aspecten van ESO, met vele contracten die aan de Nederlandse industrie zijn gegund, zoals aan:

  • TNO, de Nederlandse organisatie voor toegepast wetenschappelijk onderzoek, die de optische buizen heeft ontwikkeld en gebouwd voor de Four Laser Guide Star Facility (4LSGF) van de VLT, die essentieel is voor het maken van kristalheldere opnamen. 
  • Coherent Europe B.V., dat een contract heeft gekregen voor het onderhoud van de VLT-laser.

Bijdragen van de Nederlandse industrie aan de ELT

  • De opdracht voor het ontwerpen en produceren van de kwalificatiemodellen voor de segmentondersteuning en bijbehorende hulpapparatuur voor de hoofdspiegel van de ELT (M1) is gegund aan de Nederlandse VDL Groep. Hetzelfde bedrijf is ook belast met het ontwerp, de productie en het testen van de spiegelsegmentondersteuning van M1.
  • Aan TNO zijn contracten gegund voor de ELT-laserprojectie-eenheden en de subeenheden van de M1-prototypesegmenten.